Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wat is de mens, [44]dat Gij hem groot acht, en dat Gij Uw hart op hem zet? 44. Dat is, dat Gij op hem, die zo broos en nietig is als ik nu ben, achtgeef, en hem waardig houdt zo met hem gemoeid te wezen. Vergelijk de manier van spreken, boven, de aantekening hfdst.1 vs.8.